De oorlog 1940-1945 legde echter alles lam. Onmiddelijk na de bevrijding in september 1944 trokken enkele muzikanten uitbundig door heel Sluis, gevolgd door een massa volk. En zo was de wagen weer aan't rollen. Er werden Vlaamse kermissen ingericht om geld in het laadje te krijgen en deze lukten geweldig.
Inmiddels was er een nieuw bestuur gekozen, waarvan Jan Daems de voorzitter was en Jan Hus de secretaris. Jozef Peeters nam eervol ontslag vanwege zijn ouderdom en als vierde dirigent werd beroep gedaan op Marcel Bosmans uit Meerhout. Een grote groep jonge muziekliefhebbers meldde zich aan. Zij werden opgeleid door oudere, onderlegde muzikanten zoals Louis Bouwens, Jef Peeters en Frans Van Limbergen. Er was nog geen sprake van echt 'eens uitpakken' maar wel van bijzonder ijver en samenwerking.
Op 5 maart 1947 werd Marcel Bosmans opgevolgd door R.Vermeyen uit Oud-Turnhout Dadelijk zat er vaart in. De fanfare speelde toen in vierde afdeling, maar spoedig werd gedacht aan muziekprijskampen, iets wat tot dan toe nooit was gebeurd. De eerste prijskamp was te Oud-Turnhout op 8 mei 1948. De uitslag : eerste prijs! Wat een vreugde... Bij het terugkomen stond het Sluisse volk de muzikanten op te wachten aan de tramhalte en in stoet - met marsmuziek natuurlijk - stapte men door de bevlagde Sluisstraat naar de zaal. Het ijs was gebroken, de schrik voor een jury overmeesterd en de volgende jaren nam de fanfare meermaals deel aan zulke prijskampen./p>
In 1953 werd het 60-jarig bestaan gevierd, waarbij de fanfare het predikaat 'Koninklijk' verkreeg e eenn nieuwe vlag voor de prijs van 16000 fr. Deze viering werd groots opgevat en uitgevoerd in samenwerking met dirigent René Vermeyen, het bestuur, de muzikanten en de hele bevolking. Barakken en tenten op straat en alle cafées deden mee en stonden hun inkomsten af aan de fanfare. Deze feestviering ging door gedurende de tweede Sinxendag op het Sluis en op de speelpleinen in de galbergen. Er was een internationale muziekwedstrijd ingericht voor stapmars met 11 deelnemers die door ging in de Boerestraat van het kabien tot aan café Den Draaiboom) en een korpswedstrijd met 20 deelnemers op de kiosk in de Galbergen. Bij een duizend koppige menigte en prima weersomstandigheden - het was een snikheet weekend - was deze viering een overweldigend succes, nooit gezien in de omstreken. Er ontstond een groot tekort aan drank en ijs om alles koel te houden. Zelfs de aanvoer van de brouwer was onvoldoende. De dag nadien stak een zwaar onweer en stormweer op waardoor de in openlucht opgerichte barakken en togen in de bossen uiteen geslagen werden. Ondanks deze tegenslag kon de penningmeester Warke Hus in zijn vuistje lachen, het jaar was goed.